‘Met elke kleine stap vooruit was ik blij’

In oktober 2016 werd Maaike (toen 34 jaar) getroffen door een hersenbloeding. Een intensieve revalidatieperiode bij De Hoogstraat volgde. “Zonder revalidatie was ik nooit zover gekomen, dat weet ik zeker”, vertelt Maaike. In de toekomst zou Maaike, zelf werkzaam als fysiotherapeut, het liefst haar eigen ervaring als patiënt, in combinatie met haar rol als professional, willen gebruiken om anderen te helpen binnen de revalidatie.

“Op het moment dat het gebeurde was ik met vrienden een weekendje in Oxford. Mijn man en zoontje (toen 9 maanden) en dochtertje (toen 3 jaar) waren thuis in Nederland. Eerst dacht ik nog dat het verdoofde gevoel aan mijn linker been kwam omdat ik klem zat in de stoel, maar toen dat gevoel zich uitbreidde naar mijn linker arm, wist ik dat het niet goed was. Binnen 20 minuten was mijn hele linkerzijde, op het topje van mijn duim en wijsvinger na, verlamd. Ik herinner me nog dat ik in het ziekenhuis dacht: “als het hierbij blijft, dan is het goed, dan kan ik mijn kinderen in een rolstoel zien opgroeien”. Ik was bang dat er een tweede bloeding zou volgen, die mijn spraak en geheugen zou aantasten. Gelukkig gebeurde dat niet.

Therapie wordt geïntegreerd in je dagelijkse activiteiten

In Oxford moest ik beslissen waar ik in Nederland zou revalideren. Ik koos voor De Hoogstraat, omdat ik wist dat daar wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan op het gebied van hersenletsel en ik had gehoord dat er goede zorg wordt gegeven. Ook vanwege het vernieuwde gebouw en omdat er meer jonge mensen met een CVA verblijven. Het bleek een goede keuze. Vanaf het eerste moment voelde ik mij er thuis. Het voordeel was dat ik als fysiotherapeut goed begreep wat en waarom ik in welke fase moest oefenen. Maar ik kon me ook helemaal overgeven aan de zorg van de professionals. Ik was onder de indruk hoe alles erop is gericht om je weer zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Zowel de therapeuten als de verpleegkundigen zijn bezig met je herstel. De verpleegkundigen zijn eigenlijk meer coaches dan verzorgers. Zo begon in de ochtend de therapie al wanneer de fysio- en ergotherapeuten tussen 8.00 en 10.00 uur op de verpleegafdeling waren. Ik moest bijvoorbeeld leren eten met mijn hand die was verlamd en werd dan tegelijkertijd gestimuleerd om al lopend mijn bord en bestek te pakken. Hierdoor wordt de therapie meteen geïntegreerd in je dagelijkse activiteiten.

Toen ik voelde dat ik meer kon, was daar ruimte voor

Gaandeweg kreeg ik meer grip op mijn eigen proces. Ik leerde omgaan met mijn vermoeidheid en hoe ik daar zelf sturing aan kon geven door bijvoorbeeld op tijd rust te nemen en andere bewuste keuzes te maken. Gelukkig was thuis alles goed geregeld, want ook mijn kinderen kon ik niet te lang om me heen hebben. Toen het beter met mij ging en ik voelde dat ik meer kon, was er ruimte om het programma uit te breiden. Ik had een revalidatiemaatje en als ik geen therapie had sportte ik met hem mee, altijd afgewisseld met voldoende rust. Met de ergotherapeut en fysiotherapeut oefende ik alle vaardigheden die ik opnieuw moest leren. Als ik een vraag had over iets dat ik wilde maar nog niet kon, dan probeerden we het gewoon uit. Na twee maanden had ik voldoende geleerd en vertrouwen gekregen dat ik vanuit huis verder kon met poliklinische behandeling in De Hoogstraat.

Ik keek wat op dat moment haalbaar was

Eenmaal thuis was het eerst wennen, maar gelukkig ging het steeds een beetje beter. Voor mijn hersenbloeding korfbalde ik fanatiek, maar ik was niet bezig met of ik dat weer zou kunnen. Ik keek wat op dat moment haalbaar was. Ik ben mijn behandelaars dankbaar dat ze mij nooit valse hoop hebben gegeven. Het heeft mij ook geholpen dat ik niet teveel in de toekomst leefde en positief ben ingesteld. Met elk klein stapje vooruit was ik blij. Op dit moment ben ik anderhalf jaar verder en gaat het goed met me. Mijn arm is voor negentig procent hersteld en mijn hand volledig. Ik loop met een enkel voet orthese, omdat ik mijn voet niet voldoende kan heffen. Ook heb ik iets minder energie en ben wat sneller moe dan voor mijn hersenbloeding. Maar ik hoop dat dit nog wat zal verbeteren. Sinds kort werk ik zelfs weer volledig en ben ik – tot schrik van sommigen uit mijn omgeving – begonnen met rolstoelbasketbal. Mijn abonnement op de sportschool heb ik opgezegd, omdat ik daar geen plezier meer in had en ik tijdens de les in de spiegel vooral zag wat ik niet kon. Dat ik nu in een rolstoel sport, maakt me helemaal niets uit. Onderling maken we er grappen over en ik ben blij dat ik weer aan teamsport doe.

Het mooie is dat ik het zelf heb gedaan

Dankzij mijn intensieve revalidatietraject ben ik zover gekomen. De behandelaars en verpleegkundigen hebben mij op fysiek en mentaal vlak ondersteund in mijn proces, maar het mooie is dat ik het zelf heb gedaan. Ik hoop in de toekomst mijn positieve ervaringen, in combinatie met mijn beroep als fysiotherapeut in te kunnen zetten voor anderen. Tegen lotgenoten wil ik zeggen: “Heb geduld, blijf positief en vertrouw erop dat er ook op lange termijn nog verbetering mogelijk is!”

(geplaatst op 13 november 2018)