Wat is een caudalaesie?

Een caudalaesie wordt ook wel cauda equina syndroom (CES) genoemd. De cauda equina is de bundel van uitlopers van de ruggenmergzenuwen in het wervelkanaal onder de plaats waar het ruggenmerg ophoudt. Deze bundel lijkt op een paardenstaart en cauda equina betekent in het Latijn ‘paardenstaart’.

Een caudalaesie is een vrij zeldzame neurologische aandoening, waarbij de zenuwen van de cauda equina zijn beschadigd doordat zij bekneld zijn geraakt. Hierdoor worden boodschappen niet meer (goed) doorgegeven en ontstaan er stoornissen in motoriek (beweging), gevoel en/of de functie van blaas en darmen (vegetatieve uitval). Concrete gevolgen kunnen zijn: problemen met lopen, problemen met de blaas of darmen, seksuele klachten, pijnklachten of gevoelsstoornissen.

Behandeling caudalaesie

Wanneer u een caudalaesie heeft, kunt u door uw huisarts of behandelaar doorverwezen worden naar het caudaspreekuur van De Hoogstraat Revalidatie. U bezoekt tijdens het spreekuur de revalidatiearts en de verpleegkundig specialist. Samen met u worden de problemen die u ervaart in kaart gebracht en wordt er indien nodig een bijpassend poliklinisch behandeltraject vastgesteld of zullen er vervolgafspraken plaatsvinden

Behandelduur caudalaesie

De duur van uw poliklinische behandeling is afhankelijk van uw situatie. Het varieert tussen alleen een poliklinische controle tot een behandeling van een aantal weken.

Behandelteam

De Hoogstraat werkt met een multidisciplinair behandelteam onder leiding van uw revalidatiearts. Uw behandelteam bestaat bijvoorbeeld uit een continentieverpleegkundige, maatschappelijk werker, psycholoog, ergotherapeut, fysiotherapeut en sporttherapeut.

Uw naasten

De gevolgen van een caudalaesie hebben ook invloed op uw omgeving. Gezin, familie en andere betrokkenen spelen bij De Hoogstraat een onmisbare rol bij uw revalidatie. Daarom betrekken wij uw naasten bij gesprekken en bij de therapie.

Zorg na de revalidatie

Wanneer uw behandeling is afgerond, biedt De Hoogstraat indien nodig periodieke controles bij uw revalidatiearts aan. Wanneer u na de behandeling nieuwe vragen heeft, kunt u contact opnemen met uw revalidatiearts om deze te bespreken.