“Gelukkig raak ik niet snel in paniek. Toen ik na mijn val in de sloot stuiterde en mijn onderlijf niet meer voelde, dacht ik: “Ik moet mezelf zo snel mogelijk omhoog trekken, anders verdrink ik.” En: “Mijn hoofd doet het nog, dus ik kan mijn werk nog blijven doen en ik kan nog pianospelen.” In het ziekenhuis werd ik direct geopereerd, er was geen tijd te verliezen. Een verbrijzelde rugwervel was naar achteren geschoven, waardoor mijn ruggenmerg bekneld zat. Alles werd goed gelegd en met pinnen vastgezet. Ik was vanaf mijn navel verlamd.
Wanhopen mag, opgeven niet
Tien dagen later werd ik op een brancard De Hoogstraat binnengebracht. Een verademing in vergelijking met het ziekenhuis waar ik vandaan kwam. Ik lag met één persoon op een kamer in plaats van met zijn vieren. Op de verpleegafdeling namen ze uitgebreid de tijd voor mij. Ik had meteen contact met mijn kamergenoot, die dezelfde diagnose had en van mijn leeftijd was. Heel praktisch, want hij kon al wat ik moest leren. Ik had snel door dat als ik de weekenden naar huis wilde, ik zelf moest leren katheteriseren en bloedverdunners spuiten. Dat deed ik dus. Ik trainde hard om zo snel mogelijk weer zelfstandig te worden. De fysiotherapeut oefende met mij precies datgene waar ik aan toe was, zodat ik die week erop weer meer kon. De sfeer bij De Hoogstraat stimuleerde mij enorm. Iedereen was zo positief. Er heerst daar een: “Kom op, je kunt het! – mentaliteit”. De behandelaars krijgen je verder dan je zelf voor mogelijk houdt. Iedereen beweegt met je mee als jij goed je best doet. Een fysiotherapeut zei altijd: “Jeroen, wanhopen mag, opgeven niet.”
Een sensationeel moment
Mijn geluk is dat er na een week of zes langzaam weer functies terugkwamen. Ineens kon ik mijn bovenbeen weer strekken. De eerste keer dat ik rechtop stond was op de loopbrug in het zwembad. Het leek net alsof ik op mijn knieën stond. Ik voelde niks, maar zag het. Een sensationeel moment. De hoofdprijs voor mij was dat ik op een gegeven moment weer kon voelen dat ik naar de wc moest en niet meer hoefde te katheteriseren. Dat maakte me zoveel minder afhankelijk. Ondertussen ben ik zeven maanden verder en sinds drie maanden weer thuis. Nog steeds ga ik vooruit. Het gevoel in mijn benen is tot mijn tenen terug. De kracht neemt nog steeds toe. Ik kan nu een stukje achter mijn rollator lopen en vorige week stond ik ineens zes seconden los. Een aparte gewaarwording, je vergeet bijna hoe het was om dat te kunnen.
Het was leuk dat het gezin werd betrokken bij activiteiten
De laatste maand van mijn klinische revalidatiebehandeling koos ik ervoor om in een oefenappartement binnen De Hoogstraat te verblijven, waar ik alles zelf moest doen. Het was nuttig, maar ook eenzaam. Ik miste de gezelligheid van de afdeling en ging vaak terug om daar te buurten. Mijn vrouw en kinderen kwamen gelukkig regelmatig langs: Elke woensdagavond aten we de heerlijkste pizza’s om de hoek bij De Hoogstraat. Het was ook erg leuk dat het gezin werd betrokken bij revalidatie-activiteiten. Tijdens een meeloopdag mochten mijn kinderen doen wat ik overdag deed, in een rolstoel natuurlijk. En met de sporttherapeut gingen we een keer kanoën en mocht het gezin ook mee. Een geweldige ervaring!