“Ik hou van de vooruitgang die je hier ziet. Het ene moment beweegt iemand ineens weer een beetje zijn voet, en een week later oefent diegene alweer met lopen. Ik vind dat zo bijzonder!”
Kleine stapjes, grote vooruitgang
Warme, veilige plek
Wat Jana het meest aanspreekt? De veilige en gezellige sfeer, de afwisseling in het werk en de zichtbare vooruitgang bij revalidanten. “Werken bij De Hoogstraat raad ik iedereen in mijn omgeving aan. Echt, serieus! Sommige klasgenoten zitten niet op hun plek bij hun stage of baan in de zorg en overwegen ook om te stoppen. Dan zeg ik meteen: kom naar De Hoogstraat!”
Ruimte om jezelf te zijn
Ze herinnert zich nog goed een moment uit haar eerste week: “Ik legde een vieze handdoek op de grond, terwijl die eigenlijk in een zak moest. Ik werd meteen rood van schaamte en was bang dat ik erop afgerekend zou worden. Mijn collega’s snapten niet waarom ik zo van slag was. Toen we het bespraken, reageerden ze heel begripvol. Ze gaven me het gevoel dat het oké was. Hierdoor verdween mijn onzekerheid, omdat er eigenlijk niets aan de hand was.”
“Hier heerst een sfeer waarin je open en eerlijk mag zijn. Heb je een mindere dag? Dat kan gewoon. Door De Hoogstraat heb ik weer plezier in mijn werk gekregen.”
Afwisselend werk met echte verbinding
Ook de revalidatiezorg zelf spreekt haar erg aan. “Het mooie is de afwisseling tussen lange en korte trajecten. In het ziekenhuis zijn de trajecten vaak kort en zijn mensen erg ziek. In een verzorgingstehuis blijven mensen juist heel lang. Hier in de revalidatie bouw je een band op met revalidanten, maar zie je ook veel variatie in behandelingen.”
Zorg die écht iets verandert
Iedere revalidant heeft een persoonlijk behandelplan met eigen doelen. Dat maakt het werk niet alleen afwisselend, maar ook betekenisvol. “Mensen met NAH komen hier vaak bedlegerig of in een rolstoel binnen. De meesten gaan lopend of zelfstandig genoeg weer naar huis. Bij het afscheid zie je vaak tranen van blijdschap. Revalidanten laten dan ook weten hoe fijn ze het hier vonden. Dat raakt me elke keer weer.”