Huis aanpassen

“Thuis zijn voelt ontzettend fijn”, vertelt Rienk. Maar de eerste weken vond hij pittig. “Daar hadden mensen me wel voor gewaarschuwd. Het is aan tafel in de kliniek vaak hét onderwerp van gesprek. ‘Hoe gaat het thuis?’. Ik had wel al een concreet plan direct toen mijn revalidatie begon; mijn huis moest aangepast zijn, als mijn revalidatie klaar was”.

Het huis aanpassen bleek ingewikkeld – vanuit de gemeente kreeg hij vrij snel een verhuisadvies, maar dat paste totaal niet bij zijn situatie. “We wonen hier al twaalf jaar, de kinderen zitten hier op school en ons sociale leven speelt zich hier af. Verhuizen voelde echt niet goed.” Uiteindelijk regelde Rienk veel zelf en investeerde hij met eigen middelen in een verbouwing. Zwaar, maar het maakte wél dat hij naar huis kon.

Eerste confrontatie

Eenmaal thuis kwam de volgende fase. “In De Hoogstraat kon ik me aan het einde prima helpen. Maar thuis begon de nieuwe ontdekkingstocht met wat niet meer vanzelfsprekend was. Ik vond dat confronterend. Iedereen was naar school of op werk. En ik kon niet eens zelf brood pakken omdat het in een hoger kastje lag.”

De eerste zes weken omschrijft hij als een intensieve leercurve. Tegelijkertijd waren er ook heel waardevolle momenten. “Zoals mijn kinderen die ’s avonds nog even bij me kruipen voor een knuffel. Of het naar bed brengen – dat soort kleine dingen mis je en heb je nu weer terug.”

Ook het gezin moet wennen

Iedereen moest een nieuwe balans vinden. Rienk zelf. Zijn vrouw en kinderen. En het gezin als geheel. “Ook op hen heeft mijn situatie veel impact. We hebben daar hulp bij gezocht en dat heeft in de mentale verwerking geholpen en nog steeds. We hebben periodes dat we meer verdrietig zijn en rouwen, maar gelukkig overheersen de goede momenten. Het helpt ook dat mijn vrouw en ik regelmatig praten met een collega-vriend en zijn vrouw. Hij kreeg zes jaar eerder een dwarslaesie. Wij begrijpen elkaar.

Tweede confrontatie

De zomervakantie werd een tweede moment van realisatie. “Ik ben een heel actieve vader: voetballen, watersporten en veel andere activiteiten. Dat ben ik nog steeds, maar ik moest zoeken naar een hele andere invulling daarvan. In plaats daarvan organiseer ik dat anderen het met de kinderen doen. Dat voelt soms pijnlijk, maar we vinden samen nieuwe manieren.” Zo verzint hij spelletjes waarbij hij mee kan doen, en gaan ze vaker naar musea. “Het is anders, maar nog steeds waardevol. We hebben als gezin te maken met een soort rouwproces, maar er ontstaat ook een nieuw normaal.”

Steeds meer zelfstandig

Langzaam pakt Rienk steeds meer dingen zelfstandig op. Met zijn handbike maakt hij lange tochten – soms langs paden waar hij vroeger hardliep. Dat roept dubbele gevoelens op: verdriet om wat niet meer kan, maar ook dankbaarheid dat hij dit nu weer mag beleven.

Rienk is mede-eigenaar van een internationaal hotel-concept, met 23 locaties en 1.500 medewerkers. Het werken binnen zijn bedrijf bouwt hij stap voor stap weer op. Inmiddels gaat hij twee à drie dagen per week naar kantoor. “Werk is eigenlijk voor mij de enige plek waarbij niet alles anders is. Daar voel ik me weer de oude. Inhoudelijk kan ik hetzelfde betekenen voor mijn team en dat geeft veel voldoening.”

Blijf vooruitkijken

Ik ben een positief ingesteld mens. Ik kijk altijd vooruit. Rienk houdt van de natuur en buiten zijn. Tijdens zijn revalidatie miste hij dat enorm. Daarom zet hij zich nu ook in om natuur toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. “Want buiten zijn doet niet alleen je lijf, maar ook je hoofd ontzettend goed.” Rienk is daarom als bestuurder betrokken bij Moving Beyond Limits, een organisatie die het buiten zijn stimuleert en buitenactiviteiten rolstoeltoegankelijk maakt.

Terugkijkend op het afgelopen jaar voelt het voor Rienk soms nog steeds onwerkelijk. Maar ondanks dat is hij blij en dankbaar dat hij weer thuis is, samen met zijn gezin. “We bouwen verder aan ons nieuwe leven – met vallen en opstaan, maar altijd met de blik vooruit.”

gepubliceerd op 28 oktober 2025